Zelfstandige professionals worden gedirigeerd

De Nederlandse regering heeft een belangrijke ingreep aangekondigd. Er komt een minimumtarief voor zelfstandige professionals – en er komt meer duidelijkheid over schijnzelfstandigheid.

Hoe zit dat in België?

België kent geen minima – of maxima – voor zelfstandigen. Het Nederlandse voorstel om opdrachtgevers te verbieden om zelfstandige professionals in te huren voor minder dan 18 euro per uur is opmerkelijk. Zeker voor een land als Nederland dat bekend staat om zijn flexibele arbeidsmarkt.

Er zijn meerdere landen waar wordt nagedacht over een vergelijkbaar minimumtarief en Nederland neemt daarin nu het voortouw. Dat is ook de Belgische pers niet ontgaan en die spreekt (onterecht) van een minimum tarief voor freelancers.

Zelfstandige professionals

In België mag een zelfstandige professional dan wel een freelancer zijn en met name een kenniswerker – iemand met ervaring voornamelijk in een hoger segment zoals management en consulting – in Nederland is dat niet het geval. Als men het bij de Noorderburen heeft over zelfstandige professionals, dan bedoelt men daarmee ZZP’ers – Zelfstandigen Zonder Personeel.

Een statuut dat wij niet kennen en dat ze in Nederland smalend Zelfstandigen Zonder Pensioen noemen. Precies omwille van het feit dat er binnen de ZZP-groep zelfstandigen zitten die tegen een laag uurloon prestaties moeten verrichten.

In België vallen die mensen niet onder wat wij freelancers noemen. Het gaat bij ons gewoon om zelfstandige (ondernemers) die bijvoorbeeld werken in de horeca, transport, schoonmaak, bouw, beveiliging … niet toevallig sectoren die kampen met schijnzelfstandigheid.

Minimum tarief

Freelance Vlaanderen is zich bewust van het feit dat een groep zelfstandigen aan een laag uurtje-factuurtje-tarief moet werken. De voorgestelde ondergrens van 18 euro is zelfs nog aan de lage kant om ervoor te zorgen dat deze zelfstandigen de nodige voorzieningen kunnen treffen om niet te eindigen met een pensioen onder de armoedegrens.

Hoedanook is het goed dat de Nederlandse regering met haar voornemen de discussie aanzwengelt over minimumtarieven voor zelfstandige (professionals – ondernemers).

In deze context berekenden wij het absolute minimum tarief zelfstandigen omdat er zelfs “freelancers” zijn die onder deze armoedegrens moeten presteren en dat is ronduit onaanvaardbaar.

Wat betekent het zomerakkoord voor freelancers?

Het heeft behoorlijk wat voeten in de aarde gehad maar er is een zomerakkoord. De belangrijkste beslissing die de regering genomen heeft, is de langverwachte hervorming van de vennootschapsbelasting.

De eerste reacties zijn positief en roepen hier en daar ook vragen op.

Wat betekent de hervorming van de vennootschapsbelastingen voor freelancers met bijvoorbeeld een bvba?

Het tarief van de belastingen daalt … vanaf inkomstenjaar 2018. Daar was het in de eerste plaats om te doen.

Kleine ondernemingen – en dus ook freelancers met een vennootschap – zien de eerste 100 000 euro winst belast aan 20% – momenteel 33%. Waarbij volgende opmerking gemaakt moet worden. Wie momenteel geniet van het verlaagd tarief, geniet een besparing op de eerste 25 000 euro winst van 5% en 11% op de gerealiseerde winsten tussen de 25 000 en 90 000 euro.

Grote ondernemingen en winsten van meer dan 100 000 euro zullen worden belast tegen 29% in 2018 en 25% in 2020.

De investeringsreserve valt weg hoewel die in de praktijk nog maar weinig werd toegepast. Daar tegenover staat dat de investeringsaftrek opgetrokken wordt van 8 naar 20% en dat is ook een opsteker voor freelancers met een eenmanszaak.

De verhoogde investeringsaftrek geldt immers niet alleen voor vennootschappen, ook voor eenmanszaken.

Nadelen

De hervorming van de vennootschapsbelasting roept een aantal vragen op want hier en daar blijft het akkoord erg vaag. Dat is het geval voor de gebruikelijke loonregeling en vooral voor vennootschappen die geen loon uitkeren. Denken we aan gepensioneerde freelancers of zij die als bijberoeper met een vennootschap werken.

Startende freelancers zijn dan weer vrijgesteld om hen toe te laten de gerealiseerde winst in de onderneming te houden.

De manier waarop dit alles moet gebeuren, dient nog verduidelijkt te worden.

Conclusie

Voor een aantal freelancers kan het raadzaam zijn om hun eenmanszaak om te vormen naar een vennootschap. Loop daarvoor nog niet meteen naar een boekhouder of accountant. Geef hen tijd want het wordt duidelijk een druk najaar om alle informatie met betrekking tot het zomerakkoord te verwerken.

Waar ligt de freelancer wakker van?

Volgens cijfers van UNIZO zouden naar schatting 139 000 freelancers actief zijn in Vlaanderen. Dat is een toename met meer dan 5% ten overstaan van vorig jaar en opvallend … die stijgende tendens is al jaren waarneembaar.

60 procent van freelancers geeft aan genoeg te verdienen om ermee rond te komen. Bij 1/3 zou het maar net voldoende zijn en iets meer dan 10% zegt niet te kunnen rondkomen met zijn of haar verdiensten uit freelance arbeid. Inkomen is dus niet datgene waar de doorsnee freelancer van wakker ligt. Hoewel volgens Trends financiële stress vaak de bovenhand haalt.

Waar freelancers en bij uitbreiding alle zelfstandigen mee bezig zijn, is innovatie en dan met name het vinden van nieuwe producten (45%) en het sociaal statuut van zelfstandigen (41%).

Wat in dat laatste geval speelt, is de inkomensonzekerheid bij mislukking, ziekte of het onvoorzien terugvallen van omzet. Dan is er geen vangnet en – wat dan speelt ten overstaan van mogelijk andere zelfstandigen – is dat de activiteiten en daarmee alle inkomsten, gewoon stilvallen.

Verder blijkt uit het onderzoek van de ondernemersorganisatie dat de financiële lasten die de overheid oplegt, zwaar doorwegen en dat administratieve vereenvoudiging nodig is om het freelance ondernemersklimaat te bevorderen.Wat betreft belastingen, is het verschil met andere zelfstandigen natuurlijk groot bij freelancers d.w.z. als we kijken naar de verhouding omzet, beroepskosten en belastbare winst.

Doordat het aandeel beroepskosten doorgaans lager ligt, stijgt het percentage belastbare winst in vergelijking met de omzet van andere zelfstandigen. Dat de onkosten nu eenmaal lager liggen, hoeft niet te verwonderen. De investeringen en het benodigd materiaal – en daarmee het totaal van de beroepskosten – liggen lager dan bij iemand die bijvoorbeeld een eigen zaak heeft.

Daardoor stijgt de belastbare winst en de te betalen belastingen. Het mag dan ook niet verwonderd heten dat van alle freelancers, meer dan de helft kiest voor een vennootschap. Dit hoofdzakelijk in het kader van fiscale optimalisatie.

Niet zeker of het freelance bestaan geschikt is voor jou? Op techjobs.be lees je de duidelijke verschillen tussen een vast contract of werken als freelancer.