Kijk uit voor schijnzelfstandigheid

U kunt werken voor iemand als werknemer of als zelfstandige. Wanneer u of een andere partij het zelfstandigenstatuut misbruikt, spreken we van schijnzelfstandigen.

Wanneer is dit het geval?

Schijnzelfstandigheid doet zich voor als u op papier zelfstandige bent, terwijl u in feite als werknemer handelt. Er is dan sprake van een verdoken arbeidsovereenkomst.

Van een zelfstandige wordt verondersteld dat hij of zij voor eigen rekening werkt. Er ontbreekt met andere woorden een gezagsrelatie.

De zelfstandige is (relatief) vrij om het werk te organiseren. Aan een zelfstandige legt men niet op wanneer, waar en hoe de werken uitgevoerd moeten worden.

Is dat wel het geval?

Dan spreken we van schijnzelfstandigheid. Schijnzelfstandig is hij of zij die over een zelfstandigenstatuut beschikt en in realiteit voor een baas werkt d.w.z. iemand die leiding en gezag uitoefent. In dat geval is de zelfstandige geen zelfstandige maar een schijnzelfstandige.

Ook al beschikt u over een ondernemingsnummer. Ook al schrijft u facturen uit. Ook al bent u aangesloten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. U blijft schijnzelfstandig.

Zelfstandige of schijnzelfstandige?

De kwalificatie die partijen aan hun arbeidsrelatie geven – of de statuten van een vennootschap – vormen in eerste instantie het uitgangspunt. Verder is het vooral een feitenkwestie waarbij de wetgever 9 specifieke criteria hanteert.

Om te kunnen beoordelen of een zelfstandige onder het gezag, de leiding en het toezicht van iemand staat, hanteert de wetgever volgende criteria.

  • Geen financieel of economisch risico lopen (bijv. geen investering of winstdeelname)
  • Geen financiĆ«le beslissingsmacht bezitten t.o.v. de middelen van de onderneming
  • Niet het eventueel aankoopbeleid van de onderneming mee kunnen bepalen
  • Niet het prijsbeleid van de onderneming mee kunnen bepalen
  • Niet gebonden zijn aan enige vorm van een resultaatverbintenis
  • Niet over eigen personeel beschikken of de mogelijkheid om dit aan te werven
  • Niet zelfstandig kunnen handelen t.o.v. derden of slechts 1 opdrachtgever hebben
  • Beschikken over de garantie van een vaste vergoeding of (maandelijks) inkomen
  • Werken in ruimtes van een ander of met (gefinancierd) materiaal van een ander

Wie aan minstens de helft van deze criteria voldoet, wordt verondersteld een werknemer te zijn (en kampt dus met schijnzelfstandigheid). Wie aan 1 tot maximum 4 criteria voldoet, hoeft niet te vrezen.

Weet ook dat deze criteria (voorlopig) alleen op bepaalde sectoren van toepassing zijn om te kunnen spreken van schijnzelfstandigen.

Hoe schijnzelfstandigheid vermijden?

Om schijnzelfstandigheid te vermijden, dient u een overeenkomst op te stellen waarin de betrokken partijen hun wil uitdrukken om op zelfstandige basis samen te werken.

Het zou natuurlijk al te gemakkelijk zijn indien u louter met het opmaken van een overeenkomst schijnzelfstandigheid kunt vermijden. De dagelijkse realiteit moet uiteraard overeenstemmen met de contractuele bepalingen. Een goed opgestelde samenwerkingsovereenkomst vormt evenwel de basis.

Net zoals bij een arbeidsovereenkomst voor werknemers, dient u erover te waken dat het contract de nodige bepalingen bevat en voldoende juridisch onderbouwd is.